Transformatie Stationspostgebouw Den Haag tot nieuwe hoofdkantoor PostNL

‹ Terug naar overzicht
Geplaatst op:
Samenwerking, flexibel gebruik en het welzijn van medewerkers staan centraal bij de hybride manier van werken die PostNL voor ogen had bij de transformatie van het monumentale Stationspostgebouw tot nieuw hoofdkantoor. Het resultaat is een modern, duurzaam gebouw met maximale daglichttoetreding, bijvoorbeeld door het aanbrengen van vides in het gebouw. Aan de akoestische eisen wordt onder andere voldaan door de videranden met akoestische wandpanelen te bekleden.

Vanuit het station werden postzakken aan de voorkant het gebouw binnen gebracht naar de enorme sorteermachines. Dat waren beelden in het verleden. Nu is er door de transformatie van het Stationspostgebouw in Den Haag door KCAP en Kraaijvanger Architects een atrium ingericht, omringd door cascadevormige vloeren, dat wordt doorkruist door bruggen en trappen. Het heeft wel iets weg van de transportbanden en sorteermachines waarmee de poststukken vroeger direct vanuit het station werden aangevoerd. Waar de post werd gesorteerd, is nu het Community Centre ingericht. Hier is de ontvangstbalie, zijn de gezamenlijke ruimtes te vinden, ontmoetingszones en werkplekken. In het cafégedeelte zitten nu medewerkers van PostNL te lunchen. Na de transformatie heeft PostNL het grootste deel van het gebouw betrokken als nieuw hoofdkantoor. Foto’s in een gang laten de historie en het gebruik van het gebouw zien.

 

Status van Rijksmonument

Het Stationspostgebouw in Den Haag naast station Den Haag Hollands Spoor gelegen, is ontworpen door Rijksbouwmeeester G.C. Bremer en is gebouwd tussen 1940 en 1949. Het gebouw bestaat uit twee vleugels, het voormalige postsorteercentrum en expeditieknooppunt en het voormalige stationspostkantoor met kantoorgedeelte. Het Stationspostgebouw heeft de status van Rijksmonument en heeft een grote historische, architectonische en stedenbouwkundige waarde. Het wordt gezien als een schoolvoorbeeld van het Functionalisme. Bij de oplevering in 1949 was het een van de modernste en meest gemechaniseerde postcentra ter wereld. Daarnaast was het Stationspostgebouw een van de eerste voorbeelden van het gebruik van prefab betonnen kolommen. Kenmerken van het gebouw zijn de gevels in lichte baksteen, de afgeronde vormen en ramen van glazen bouwstenen. Van binnen zijn de hoge, diepe vloeren kenmerkend. Van oudsher zorgden de ramen van glazen bouwstenen samen met de daklichten voor de daglichttoetreding. Door de diepte van de vloeren was de lichtinval voor een moderne kantooromgeving te weinig.

 

Vides door vloeren open te snijden

Vanwege de monumentale status van het Stationspostgebouw was het niet mogelijk om grote bouwkundige aanpassingen te doen. Hiermee moest dus rekening worden gehouden bij het bedenken van een oplossing voor meer lichtinval. Die werd gevonden in het aanpassen van de gevel en door het aanbrengen van vides. Om de vides te creëren zijn de betonnen vloeren in het midden open gesneden. Vooral de onderste verdiepingen profiteren hierdoor van meer daglichttoetreding. Deze vides verspringen. Het resultaat hiervan is een samenspel tussen enkelhoge en dubbelhoge verdiepingen, soms breed, op andere plekken juist smal. Het heeft geleid tot een indrukwekkend atrium dat het gebouw als het ware opent. De blik wordt vanzelf naar boven getrokken, naar het van daklichten voorziene rond lopende dak.

 

Glazen tweede huid voor isolatie

Na de transformatie moest het Stationspostgebouw voldoen aan de hoogste duurzaamheidseisen. Leidraad hierbij waren de WELL– en BREEAM-richtlijnen. De maatregelen hebben ertoe geleid dat het Stationspostgebouw als eerste Rijksmonument in Nederland met het hoogste haalbare energielabel A is gecertificeerd. Daarnaast heeft het de hoogste score behaald voor een Rijksmonument met haar BREEAM-NL In Use ‘Excellent’-certificering. En dat terwijl vanwege de monumentenstatus de te nemen maatregelen beperkt waren. Er is gekozen om een glazen tweede huid aan de binnenzijde van het gebouw aan te brengen, een vrijwel onzichtbare isolatielaag waardoor de monumentale gevel intact kon blijven. Deze huid zorgt niet alleen voor thermische isolatie, maar dient ook als maatregel tegen geluidsoverlast van weg- en treinverkeer.

 

Naadloos monolithisch systeem niet haalbaar

Al vroeg in het calculatieproces werd Verwol uit Opmeer bij het proces betrokken, vertelt Maarten Booij. “Op basis van het bouwfysisch rapport had Kraaijvanger Architects een monolithisch naadloos systeem voorgeschreven. Dit bleek vanwege de hoge kosten niet haalbaar. We hebben toen contact opgenomen met Rockfon en de akoestische eisen doorgegeven. Welke product voldoet als de Mono niet kan, luidde de vraag aan Edgar Belonje, projectadviseur van Rockfon”, legt de directeur van het afbouwbedrijf uit Opmeer uit. Belonje kwam met een niet direct voor de hand liggende oplossing. “De architect koos vooral voor klimaatplafonds in combinatie met een verdekt systeem. De akoestische waarden in het atrium moesten op een andere manier worden behaald. Daarom hebben we voorgesteld om de videranden te bekleden met Rockfon VertiQ akoestische wandpanelen. En het resultaat is geweldig”, zegt hij terwijl hij het demonstreert door in zijn handen te klappen. Het valt direct stil. Dat het met de akoestiek wel goed zit bij het hoofdkantoor van PostNL bleek al eerder toen er vrijwel geen geluiden te horen vielen, terwijl toch elke verdieping vrijwel volledig bezet was met werkend personeel en op de trappen ook redelijk wat verkeer was.

 

Alles als maatwerk in het werk gemaakt

Het afbouwbedrijf uit Opmeer kwam tijdens de uitvoering voor een behoorlijke uitdaging te staan. “Niets aan de monumentale gevel met de glazen gevel ervoor was recht”, vertelt Booij. “Daardoor konden we al snel de prefab-gedachte loslaten. Alles moest als maatwerk in het werk worden gemaakt. Dat was een behoorlijk arbeidsintensief proces. Op piekmomenten hadden we wel een man of twintig hier aan het werk. Het vereiste ook een behoorlijke voorbereiding, we hebben veel tijd in de engineering gestoken. En in de detaillering van de koven. Er zit veel achter om alles op zijn plek te houden. Het is eigenlijk best jammer dat je veel van ons werk niet echt goed kan zien. Ik weet dat er ontzettend veel werk in zit, maar de PostNL-medewerker ziet er niets van. Er is zelfs isolatie achter de schilderijen aangebracht.”

Het deel wat wel goed in het zicht is, zijn de videranden. Deze heeft Verwol met Rockfon VertiQ akoestische wandpanelen bekleed. De montage was volgens Booij opvallend te noemen. “We hebben de panelen aan de videranden en de trapopgang kunnen monteren voordat de trap was geplaatst. Dat maakte het voor ons uiteraard heel wat eenvoudiger”, legt hij uit.

Kraaijvanger Architects, verantwoordelijk voor het interieurontwerp, ging uit van een flexibel in te delen concept. Booij: “We hebben om een thermische schil aan te brengen voorzetwanden gemonteerd. Voor het flexibele karakter is gebruik gemaakt van systeemwanden van onze Woodvision-line, die Verwol zelf produceert.”

 

Volgens richtlijnen WELL International Building Institute

Het Stationspostgebouw moest worden herontworpen volgens onder andere richtlijnen van WELL International Building Institute. Projectadviseur Belonje van Rockfon: “BREEAM-richtlijnen zijn gericht op het duurzaamheidskarakter van het ontwerp en de uitvoering. De richtlijnen van WELL International Building Institute zijn niet breed bekend. Deze richten zich hoofdzakelijk op de gebruiker. Rockfon is Keystone Member van WELL. Onze producten voldoen namelijk aan acht van de voorgeschreven tien concepten, onder andere licht, lucht, thermisch comfort, geluid, water, materialen en dergelijke. Tijdens het gebruik van het gebouw worden deze concepten regelmatig gecontroleerd.”

De keuze voor het toepassen van andere producten van Rockfon is volgens Booij logisch. “De fabrikant heeft de oplossing aangedragen voor de bekleding van de videranden”, begint hij zijn uitleg. “Dan is het voor ons vrij normaal om ook de andere oplossingen bij Rockfon te zoeken. Zo hebben we in de keuken Rockfon CleanSpace Pro-panelen gemonteerd vanwege de specifieke eisen op het gebied van hygiëne, de trappenhuizen zijn voorzien van Rockfon Blanka-panelen en bij de vele meters klimaatplafond hebben we Rockfon Krios A-panelen gemonteerd. Al met al was het voor ons een flinke klus. PostNL is weer terug op de plaats waar voorheen de post werd gesorteerd. Maar nu als hoofdkantoor, volgens de modernste richtlijnen in een duurzaam monumentaal gebouw. Mooi toch?”

 

Bouwpartners

Opdrachtgever: LIFE, Den Haag ; SENS real estate, Den Haag ; PostNL, Den Haag

Architect: KCAP, Den Haag; Kraaijvanger Architects, Rotterdam

Aannemer: J.P. van Eesteren, Gouda; Besix Nederland, Dordrecht

Fabrikant plafonds: Rockfon, Roermond

Fabrikant klimaatplafonds: Interalu, Rotterdam

Fabrikant wanden: Gyproc Nederland, Vianen, Verwol, Opmeer

Fabrikant bekleding videranden: Rockfon, Roermond

Montage plafonds en videranden: Verwol, Opmeer

 

Fotografie: Ossip van Duivenbode