“Kijk, vroeger liepen hier de mannen in jasje/dasje. Nu zag ik laatst ‘s ochtends om acht uur een vrouw die in een peignoir en op sloffen haar hondje uitlaat”, lacht Max van Huut. Samen met architectenpartner Ton Alberts, die in 1999 overleed, is hij verantwoordelijk voor het ontwerp van het voormalige hoofdkantoor van ING. En Van Huut nauw betrokken geweest bij de nieuwe invulling van het ooit grootste kantoorgebouw van Nederland, het Zandkasteel gedoopt. “Je zou kunnen zeggen dat het gebouw is gerefurbished in een mixed-use concept dat bestaat uit appartementen, kantoren, horeca en een school”, legt hij uit. “Maar ook een film- en theaterzaal voor de bewoners, vergaderzalen en een auditorium. En om het gebrek van een balkon bij de appartementen een beetje te compenseren, hebben de bewoners toegang tot de prachtige tuinen”, voegt hij er nog aan toe.
Tijdloos gebouw uit de jaren tachtig
Tijdens een rondgang door het immense pand, waan je je als bezoeker in een tijdloos gebouw uit de jaren tachtig van de vorige eeuw, de periode dat het gebouw is ontworpen. Opvallend zijn de vele kunstwerken, de sculpturen, de lampen, de gekleurde glasramen. Ja zelfs aan de deurknoppen is destijds gedacht, alle rijke detailleringen zijn behouden gebleven, precies zoals de architecten het voor ogen hadden. Zelfs de speciaal ontworpen flowforms voor de hellingbaanleuning waar water over stroomt naar een lager gelegen inpandige vijver met een waterbeeld. Dit is in het deel waar nu op de Amsterdam International Community School South East kinderen in de leeftijd van vier tot en met achttien jaar hun lagere en middelbare school doorlopen. Via kleuren op de wand en de vloer is aangegeven welke groep op welke plek les krijgt. De lokalen kunnen worden samengevoegd. De leerlingen krijgen een ruimtelijk gevoel vanwege de vele verrassende doorkijkjes. “Je kunt hier gemakkelijk dwalen en verdwalen. Dat is de manier waarop je als kind het avontuur aangaat, je weg vindt in de maatschappij”, vertelt Van Huut.
Zandkasteel opgebouwd uit tien torens
Het Zandkasteel oogt van binnen en buiten markant en is opgebouwd uit tien torens. In het gebouw voel je de ruimte. Een brede en op veel plekken hoge binnenstraat van driehonderdvijftig meter meandert door het pand die de tien torens met elkaar verbindt. Opvallend is dat er relatief weinig ramen in het gebouw zitten. Volgens Van Huut zit daar een doordacht plan achter. “Vanwege de energiehuishouding hebben we in de jaren tachtig gekozen voor maximaal 27 procent glas in de gevel. Door in de torens vides te creëren met een glasdak komt het licht vrij ver de ruimtes in. We hebben er voor gezorgd dat je overal in het gebouw binnen de zes meter contact met buiten hebt. Al die moderne kantoorgebouwen met glazen gevels vind ik opmerkelijk, ze moeten zogenaamd transparantie uitstralen. De visie erachter klopt niet, want du moment dat er één zonnestraal op de gevel valt, schuift er een zonwering voor. Dan zie je niets meer. Mensen hebben plekken nodig waar ze rust en een zekere mate van geborgenheid ervaren. In gebouwen met veel glas gaat alle energie, ook van de mensen, naar buiten toe”, verklaart de architect.
Architecten Alberts en Van Huut waren in de jaren tachtig hun tijd ver vooruit waar het duurzaamheid betreft. Geen duur klimaatsysteem, maar een goed doordacht ontwerp lag daaraan te grondslag. “Het gebouw is met al die bakstenen, stevige buitenmuren en weinig glas erg massief”, vertelt Van Huut. “Het houdt de warmte lang vast, wat een voordeel is in de winter. Voor de ventilatie in het voorjaar en de zomer hebben we kieren in de gevels aangebracht, die opengaan als er ’s avonds of ’s nachts voldoende koelte buiten is. ’s Morgens is het gebouw gekoeld.”
Voorbeeld van organische architectuur
Het voormalige hoofdkantoor van ING is een voorbeeld van wat architecten Alberts en Van Huut organische architectuur noemen. Van Huut omschrijft het als volgt: “Wij putten inspiratie uit natuurlijke vormen en materialen. Het ontwerp draait om schoonheid en harmonie. Wij hebben overigens in het ontwerp altijd rekening gehouden voor een mogelijke transformatie.” En Van Huut kreeg gelijk, want in 2019 verhuisde ING een stukje verderop naar een nieuw pand aan de Bijlmerdreef in Amsterdam Zuid-Oost.
In het pand aan het Bijlmerplein zijn vanuit de gedachte van de organische architectuur veel natuurlijke materialen gebruikt. Natuursteen op de vloeren en hout op de plafonds. Bij de transformatie werden zoals gezegd veel detailleringen in ere gehouden. Het houten plafond paste ook bij die gedachte, maar het hout moest worden vervangen. Een hele klus, waar Profinish Wormerveer een hele tijd geleden bij betrokken raakte, vertelt directeur Erik van der Veen. “Het eerste contact dateert alweer van vijf jaar geleden. Toen zijn we mee gaan denken over hoe het houten plafond op de beste manier kon worden vervangen. De voorwaarde was dat de kleur en de vorm overeen moest komen met de originele houten latten, dat het originele legplan als leidraad zou gelden en dat de bovengelegen installaties bereikbaar moesten zijn, zonder dat daarvoor luiken moesten worden aangebracht.” Het voorstel was overtuigend, want in maart 2021 kreeg het afbouwbedrijf de opdracht en elf maanden later werd gestart met de uitvoering.
Grenen in plaats van Siberisch lariks
Het project zou oorspronkelijk worden uitgevoerd in Siberisch lariks, vertelt Van der Veen. “Maar dan hebben we het over 2019, toen de prijzen toch wat anders lagen voor hout. In de tussenliggende tijd is het prijsniveau fors omhoog gegaan, waardoor we vanwege de budgetbewaking op zoek zijn gegaan naar een alternatief. Achteraf niet alleen vanwege de prijs een goede beslissing, want door de oorlog tussen Rusland en Oekraïne is er een importverbod van alle hout uit Rusland.”
Na advies te hebben ingewonnen bij Houtindustrie Veteka uit Middelbeers, hebben de betrokken bouwpartijen gekozen om grenen toe te passen. “Grenen is een meer economisch alternatief met niet te veel noesten”, vertelt Van der Veen. “De keuze voor Veteka als producent van houtproducten was gebaseerd op eerdere succesvolle samenwerkingen. Het feit dat het bedrijf alle processen in eigen beheer heeft – houtimport, droging, brandvertragend impregneren en bewerking – is voor ons een grote plus. Daarbij is onze ervaring dat Veteka maatwerk levert dat exact naar wens is.”
Projectadviseur Menno Faber van Houtindustrie Veteka vertelt dat het bedrijf eerst een aantal kleurproeven heeft uitgevoerd. “De opdrachtgever wilde dat de kleur zo veel mogelijk overeen kwam met de originele houten latten. Maar die kleur is niet overal in het pand hetzelfde. In de internationale school bijvoorbeeld is meer daglichttoetreding in de grote ruimtes. Daar moest een donkerdere variant worden toegepast, in de gangen waar minder daglicht binnenkomt, hebben we voor een iets gelere variant gekozen. Op sommige plekken zie je een subtiele overgang van de kleuren. In onze verfafdeling hebben we de originele kleur zo precies mogelijk kunnen nabootsen. Op basis van die proefmonsters in combinatie met onze werkwijze en ervaring viel de keuze op onze producten”, vertelt Faber trots.
Grenen latten brandvertragend behandeld
Houtindustrie Veteka heeft de grenen latten brandvertragend behandeld, vertelt Faber. “Bij dit project hebben we de grenen latten bovendien voorzien van een op kleur gemaakte afwerking. Inmiddels hebben we een nieuwe methode ontwikkeld, Veteka FireProtect genoemd. Veteka FireProtect is onze unieke behandeling die de brandklasse van hout verhoogt naar Euroklasse B (B-S1,d0) volgens NEN EN 13 505-1. Door middel van vacuüm druk wordt het hout behandeld met de 100 procent biologisch afbreekbare brandvertrager, Burnblock. Deze gepatenteerde brandvertrager is in principe onderhoudsvrij en is geschikt voor binnen én buitentoepassingen, zoals gevel, plafond- en wandbekleding. Er is geen caoting nodig om uitloging tegen te gaan. En dat is voor veel opdrachtgevers een enorm voordeel”, vertelt Faber met gepaste trots. Voor extra brandwerendheid en akoestische absorptie heeft Profinish Wormerveer boven de grenen panelen firetdoek aangebracht.
Logische voeg toegepast
De architect wilde een voeg van 20 mm tussen de houten latten. Directeur Van der Veen van Profinish Wormerveer wilde echter een voeg van 24 mm toepassen. “Wij werken met T-profielen van 24 mm, daardoor is het logischer om voegen van 24 mm toe te passen. Om de architect hiervan te overtuigen, hebben we een mock-up gemaakt. De architect zei direct ‘heb je toch een voeg van 20 mm gemaakt?’. Op de hoogte van de plafonds zie je het verschil dus niet.”
Van der Veen verzucht dat het pand geen geheime hoekjes meer voor hem kent. “Je ziet het al aan de buitenkant van het pand; geen muur is recht. Dat betekende dus ook een behoorlijke uitdaging voor ons, geen plafond was standaard. Daarnaast was de geringe beschikbare hoogte om het plafond te monteren een uitdaging. We hebben vanwege het grote aantal leidingen heel wat brugconstructies moeten maken.” Van der Veen geeft een compliment aan a/d Amstel architecten uit Amsterdam, die het legplan voor het plafond heeft uitgewerkt. “Dat was perfect gedaan en was een grote hulp voor onze monteurs.”
Trucje om afval te voorkomen
Om zo min mogelijk zaagverlies te hebben, stelde Veteka een trucje voor. Faber legt uit: “De handelslengte van de grenen panelen is 240 x 360 cm. Als je de zaagsnede meerekent, heb je dus geen 120. Als je dus rekent met een maat van 119 heb je geen afval. Een duurzaam trucje dus.”
Beide heren lopen zichtbaar trots door de gang. Bij de lift blijft Van der Veen staan en wijst: “Prachtig toch hoe het houten plafond de ronde vormen volgt. Dat is echt een stukje waar we trots op mogen zijn.”
Architect Van Huut betrokken bij de transformatie
Architect Van Huut is ook trots op het eindresultaat. “Het karakter van het gebouw is gehandhaafd, ook de vorm -en kleurthematiek. Ik vond het ook bijzonder om nauw betrokken te zijn geweest bij de transformatie. Ik heb ongelofelijk veel bewondering voor de mensen op de bouwplaats, zij verrichtten echte arbeid, onder allerlei wisselende omstandigheden. Je ziet de liefde terug in het werk. Ik maak altijd een praatje met de mensen, dat vind ik belangrijk, even dat contact. Wij maken een ontwerp, zij maken het gebouw. Dat wordt nogal eens onderschat. Ik vind het ook fijn om complimenten te geven.”
Dat bevestigt ook Faber van Veteka. “De architect heeft verschillende keren uiting gegeven aan zijn tevredenheid met het eindresultaat van het vernieuwde houten plafond. Dan ben je toch trots als je hoort dat jouw product even mooi, of wellicht nog mooier, is geworden dan het origineel.”
Van der Veen geeft een voorbeeld van de betrokkenheid van Van Huut. “De architect was regelmatig op de bouwplaats te vinden, was erg geïnteresseerd in de voortgang. En hij wilde per se met onze jongens op de foto”, vertelt hij, terwijl hij op zijn telefoon een foto laat zien van de monteurs met Van Huut in het midden.
Dat zijn vrouw Partricia Sterke ook betrokken is geweest bij de transformatie van het Zandkasteel, maakt het voor Van Huut extra speciaal, vertelt hij. “Zij heeft de muren van de vides behandeld volgens de lazuurtechniek. Eerst wordt een spierwitte laag aangebracht. Vervolgens heeft zij met een blokkenkwast transparante kleur aangebracht, wel vier à vijf lagen. Niet dekkend maar levendig, want het wit blijft er doorheen stralen. Respect, want ze moest op meer dan tien meter hoogte werken. De kleuren variëren, elke toren heeft een eigen kleur gekregen. De zonnige kant van het gebouw wat koelere kleuren, bijvoorbeeld citroengeel, de koude kant een warmere kleur. Door de prachtige transformatie waar velen aan hebben gewerkt, heeft het gebouw een mooi tweede leven gekregen.”
Bouwpartners
Opdrachtgever Amsterdam International Community School South East: Gemeente Amsterdam
Opdrachtgever toren 4 t/m 10: Wonam/Zadelhoff, Amsterdam
Architect: Alberts & Van Huut, Amsterdam; a/d Amstel architecten, Amsterdam
Aannemer Amsterdam International Community School South East: Van Wijnen, Amsterdam
Aannemer toren 4 t/m 10: Bouwcombinatie KWA/IBB, Amsterdam
Fabrikant plafonds: Houtindustrie Veteka, ; Rockfon, Roermond
Montage plafonds: Profinish Wormerveer, Wormerveer
Foto’s Dion de Bakker en Gemeente Amsterdam