Installatiewerk zichtbaar in duurzame parel Fontys

‹ Terug naar overzicht
Geplaatst op:
Het nieuwe onderwijsgebouw van hogeschool Fontys in Eindhoven, Gebouw R10 genoemd, wordt door Ector Hoogstad Architecten als een duurzame parel omschreven. Drievoudig dubbel glas, zonnepanelen, warmte-koude-opslag zijn slechts een aantal maatregelen die hieraan bijdragen. Waar mogelijk is circulair materiaal gebruikt. Zo ook de volledig herbruikbare Raw Grey-panelen van OWA Benelux, die binnen dit project voor het eerst in Nederland zijn toegepast. Opvallend detail is dat het installatiewerk na de montage van de plafondpanelen is aangebracht, waardoor het in het zicht is. Voor De Haas & Heesterbeek was het de grootste afbouwklus die het bedrijf uit Eersel tot dan toe had uitgevoerd.

Fontys Hogescholen investeert fors om de campus Rachelsmolen en de onderwijsgebouwen toekomstbestendig te maken. Het geheel wordt getransformeerd van een afgesloten enclave bestaande uit gebouwen die worden gekenmerkt door een anonieme architectuur naar een kennisgebied dat volledig in het centrum van Eindhoven wordt geïntegreerd. Het wordt een uitnodigende en inspirerende plek waar studenten, docenten en lokale ondernemers samenwerken op het gebied van het ontwikkelen en delen van kennis. Een van de initiatieven die moeten bijdragen aan deze ontwikkeling is het nieuwe Gebouw R10 voor de eerste- en tweedejaars ict-studenten, ontworpen door Ector Hoogstad Architecten uit Rotterdam. Het architectenbureau noemt het ontwerp van het gebouw met een vloeroppervlakte van 15.000 m2 een voorbeeld van een aantrekkelijke en efficiënte campusarchitectuur. Hiermee wordt het volgende bedoeld: verbindend, flexibel en ongelofelijk duurzaam.

Vier plussen voor Fontys

Een geheel aan maatregelen heeft ervoor gezorgd dat het nieuwe gebouw voor Fontys ICT het energielabel A++++ heeft gekregen. Zo zorgt het ontwerp en de oriëntatie van de gevel met houten gevelbekleding, met overstekken aan de oostelijke gevel en een terrassend oplopende westelijke gevel, voor een enorme energiebesparing. Daarnaast draagt het gebruik van driedubbel glas, het toepassen van warmte-koude-opslaginstallatie en zonnepanelen bij aan een energie-efficiency die 40 procent lager ligt dan de voorschriften die in 2021 gelden. Het dak heeft bovendien een opslag voor 210 kuub water. Dit ‘blauwe’ dak voert het regenwater vervolgens af naar een ‘wadi’, een verdiepte groenstrook naast Gebouw R10. Hoost het zo hard dat ook dat onvoldoende is, dan komt pas een overstort naar het riool in beeld. De verlichting, koeling en luchtbehandeling van het nieuwe gebouw is ook zuinig, want die werkt op basis van aanwezigheid.

Circulaire materialen

Daar waar mogelijk is bij Gebouw R10 van Fontys ICT gebruik gemaakt van circulaire materialen. Zo zullen de tweedejaars studenten een deel van het meubilair herkennen. Ongeveer 60 procent ervan is opnieuw gebruikt en waar nodig van een nieuw ‘laagje’ voorzien. Ook een groot deel van de plafonds is van circulair materiaal gemaakt, namelijk de OWA Raw Grey-panelen. Volgens Roel de Bruijn, directeur van afbouwbedrijf De Haas & Heesterbeek, was tijdens de aanbesteding van het project nog geen sprake van het toepassen van de OWA-panelen. “Oorspronkelijk waren houtwolcementplaten in het ontwerp opgenomen. De architect had op een bouwbeurs in Duisland echter de nieuwe panelen van OWA gezien, de Raw Grey, en was daar erg enthousiast over.” Timothy Vrins, area manager Zuid-Nederland van OWA Benelux, had eerst een ander paneel voorgesteld. “Wij gingen in eerste instantie uit van de Raw Concrete-panelen, maar die voldeden niet aan de akoestische eisen. De Raw Grey was helemaal nieuw, die hadden we nog niet in Nederland toegepast. Deze panelen hebben een hogere absorptiewaarde, zijn slechts 20 mm dik, gemakkelijk te monteren en hebben een industriële betonlook-uitstraling, hetgeen de architect oorspronkelijk met de houtwolcementplaten beoogde.” 

Normaal gesproken wordt binnen een project het installatiewerk eerst gemonteerd, waaronder het plafond wordt gemonteerd. Bij Gebouw R10 ging het anders, vertelt De Bruijn. “De architect wilde het installatiewerk in het zicht houden. Omdat het voor de eerste keer was dat de OWA Raw Grey-panelen in Nederland toegepast zouden worden, hebben we in onze bedrijfshal een mock up van 4 bij 4 meter gemaakt, inclusief het installatiewerk en de OWA Freestyle-baffels eronder. De opdrachtgever was snel akkoord.”

Grootste

Voor De Haas & Heesterbeek was de afbouw van Gebouw R10 de grootste klus voor het afbouwbedrijf uit Eersel, vertelt projectleider Sjef Jansen. “Daar lag voor ons best wel een uitdaging. We zijn er met zo’n twintig man ongeveer een jaar aan het werk geweest. In verband met de uitdagende planning hebben we de diverse werkzaamheden uitgesplist en verdeeld in separate montageploegen, een ploeg voor de OWA Raw Grey-plafonds, een ploeg voor de metalen staanderwanden en een ploeg voor de OWA-baffles en de OWA Sinfonia-systeemplafonds. Ook voor de montage van het Derako-plafond in De Straat, zo wordt het atrium genoemd, hebben we een aparte montageploeg ingezet . Zij hebben ook de houten wandbekleding in de stilteruimtes verdeeld over de verdiepingen aangebracht. Een heel geregel, maar het heeft perfect gewerkt. We hebben bewezen dat we projecten van deze grootte prima aan kunnen.”

Zicht

Niet alleen het installatiewerk moest in het zicht blijven, stelt Jansen. “Om aan de akoestische eisen te voldoen, hebben we doorvoeringen die in de metalen staanderwanden zijn aangebracht afgewerkt met houten schenkels. Deze houten schenkels zijn ook in het zicht gebleven, wat dus vraagt om secuur werk.” 

De Haas & Heesterbeek heeft onder andere ook de schijnbetonbalken uitgevoerd en deze met Cempanel-panelen bekleed. “Hiermee werden de balken geaccentueerd en sloot het geheel goed aan bij de betonnen liggers van de hoofddraagconstructie.” 

Afwisseling

Jansen kijkt met plezier terug op het werk. “Vooral de afwisseling van de werkzaamheden zorgde ervoor dat het echt een leuk werk was. De ene keer waren we bezig met de metalen staanderwanden, dan weer met het monteren van de Freestyle akoestische baffles van OWA, vervolgens zijn we bezig geweest met het aanbrengen van akoestische houten wandbekleding. Verder hebben een geluidsstudio volledig akoestisch ontkoppeld van het gebouw. De geluidswerende voorzetwanden, plafond en vloer zijn uitgevoerd met producten van Nevima en bekleed met akoestisch vilt van Nevima. In de kleinere ruimten waar het plafondoppervlak in verhouding met de wanden kleiner is ten opzichte van de grotere ruimten hadden we nog een akoestische uitdaging. Hier hebben we akoestische wandpanelen toegepast van Ecophon Akusto in kleur. Hierdoor waren de laatste akoestische uitdagingen ook verholpen. We hebben denk ik ook wel bewezen dat we al die verschillende disciplines aankunnen. Dit smaakt naar meer!”