De 'ogen' van het Naturalis Biodiversity Center

‹ Terug naar overzicht
Geplaatst op:
De nieuwbouw van het Naturalis Biodiversity Center in Leiden oogt van buiten en van binnen spectaculair. Absolute eyecatcher binnen is het plafond in het immens hoge atrium. De één ziet er een honingraat in, de ander bloemblaadjes. Tijdens de uitvoering van het project gingen de mannen van Barri & More uit Amsterdam het ‘de ogen’ noemen. Het zijn aluminium frames van translucente akoestische geperforeerde doeken die in eiken kaders zijn gemonteerd. Een monnikkenwerk, maar niet het enige technische hoogstandje blijkt tijdens een bezoek aan het nieuwe museum.

Naturalis is al van een behoorlijke afstand te zien. Het oude museum, welteverstaan, de collectietoren. Ernaast is een spectaculair gebouw verrezen met een robuuste uitstraling door de grote stenen Iraanse travertin en een transparantie door de enorme ramen. Het ontwerp van het nieuwe museum had nog wel wat voeten in de aarde. Het twintig jaar oude museum – de toren – is drastisch verbouwd voor de nieuwe functie van het gebouw: kantoren, laboratoria en depots. Het ontwerp van de oudbouw is van de Leidse architect Fons Verheijen, die zich tot en met de rechter verzette tegen de plannen. Een schikking moest uitsluitsel bieden. Het ontwerp van het nieuwe museumgebouw is van Neutelings Riedijk Architecten uit Rotterdam. Het centrale atrium verbindt het oude gebouw met het nieuwe museum en de laboratoria. Het ontwerp van het atrium bestaat volgens het architectenbureau uit een driedimensionale betonnen structuur in de vorm van ineengrijpende moleculen als een verstrengeling van ovalen, driehoeken en zeshoeken. De gevel van ruwe natuurstenen blokken wordt onderbroken door friezen van witte betonnen elementen, ontworpen door de Nederlandse ontwerper Iris van Herpen. 

Ogen

Het immense atrium heeft een erg ruimtelijke uitstraling. Bijna vanzelf wordt de blik naar boven getrokken. Door ovale openingen valt het daglicht binnen. “Dat zijn wij in de loop van het project ‘de ogen’ gaan noemen”, vertelt Jorg Bakermans, projectleider bij Barri & More uit Amsterdam. Het bedrijf is gespecialiseerd in akoestische en lichtoplossingen waaronder producten van Barrisol die voor deze ‘ogen’ zijn toegepast.  Voor de nieuwbouw van Naturalis heeft Barri & More meerdere akoestische producten gemonteerd, maar de ogen van Naturalis springen er letterlijk en figuurlijk uit, aldus de projectleider.
Rob de Kleijn, directeur van Barri & More legt uit : “De ogen zijn opgebouwd uit aluminium panelen met een speciale profilering waardoor aan de onderzijde en bovenzijde een translucent doek wordt gespannen door middel van een harpoen. Door het ‘closed box’-concept maken stof en insecten geen kans op het doek te komen en kunnen we een schoon resultaat garanderen. Het bovenste doek heeft een lucentie van 30 procent en het doek aan de onderkant een lucentie van 50 procent.” 

Minder spanning

De circa tweehonderd frames zijn in de fabriek van Barrisol in Frankrijk gemaakt. De akoestische doeken zijn gemaakt van een hoogwaardig stretch kunststof, legt De Kleijn uit. “De doeken hebben een microperforatie voor de akoestiek en zijn 0.18 mm dik. Ze worden in het profiel van de frames gespannen. Normaal gesproken zijn de doeken 7 procent kleiner dan de ruimte waarin ze gespannen worden. Via verhitting zet het doek uit en kan het vervolgens in het frame worden gespannen. Bij de ogen van Naturalis in Leiden hebben we het anders aan moeten pakken. Om de frames niet te vervormen, is er veel minder spanning op de doeken gezet. We moesten echter wel een manier bedenken om te voorkomen dat de doeken uit de frames kunnen raken. We hebben hiervoor alle harpoenen geborgd met een speciale borgdraad. Door het gebruik van een harpoen is het doek er overigens in zijn geheel eruit te halen en weer terug te spannen.”

Montage

De panelen moesten in kaders worden geplaatst. “Harrie Van Interieurbouw uit Hoogezand heeft de eiken kaders gemaakt waar onze frames in geplaatst moesten worden. De kaders zijn van geperforeerd eiken. Hoofdaannemer J.P. van Eesteren had met een complete staalconstructie een verrijdbare steiger opgebouwd waarmee we op veertig meter hoogte konden werken. Op het moment dat de kaders geplaatst waren, konden wij de ogen monteren. De cassettes moesten van bovenaf worden gefixeerd. Probleem was dat wij niet op de eiken panelen konden lopen. Daarom hebben we de cassettes van onderaf met twee man door het gat gestoken en ze vervolgens door het volgende gat kunnen fixeren. Bij het laatste paneel was een open verbinding die net groot genoeg was om de cassette de fixeren”, legt Bakermans uit.
De opslag en het transport op de bouwplaats van de panelen met een afmeting van 3.60 x 2.40 was nog wel een ding, aldus de projectleider. “Het werk hier in Leiden liep iets vertraging op. In Frankrijk waren geen opslagmogelijkheden. Daarom hebben we de panelen in vier fasen naar Nederland gehaald en zelf een opslagmogelijkheid gezocht. Op de bouwplaats was ook geen opslagmogelijkheid, we moesten dus zo veel mogelijk de panelen just-in-time leveren. Met een kraan werd een pallet met panelen op het dakterras getakeld, waarna ze handmatig naar de verrijdbare steiger werden doorgestoken.”

Wandpaneel

De montage van de ogen in het plafond van Naturalis is niet het enige technische hoogstandje van het bedrijf uit Amsterdam geweest. Tegen de binnengevel van het atrium hangt een immens doek – 30 m breed en 4,5 m hoog – met daarop afbeeldingen van verschillende vogels. “Dit geweven akoestische doek heeft een van de hoogste waarden – 0,95 αW – en is uit één stuk op een rol aangeleverd. Harrie Van Interieurbouw had een eiken kader gemaakt, wij hebben de profielen gezet waarop het doek bevestigd moest worden. Probleem was dat het enorme doek op twaalf meter hoogte moest worden gemonteerd en dus achter de steiger moest komen, anders konden we het niet monteren. Onze technisch directeur Frans Klessens kwam met de oplossing. Hij bedacht een constructie om met vijf man het doek in één keer uit te rollen en te monteren. Net op tijd, want een dag later werd de verrijdbare steiger weer afgebroken”, vertelt Bakermans.

Illusie

In het restaurant van het nieuwe Naturalis hangen akoestische doeken onder het plafond met daarop onder andere kleine afbeeldingen van bladeren en insecten. De doeken zitten met een elastiek in de frames vast. “Dat is een illusie”, vertelt de projectleider. “De akoestische doeken van 0,1 mm dik met een perforatie van 500.000 per vierkante meter – hiermee kun je aan elk materiaal akoestische waarden meegeven zonder dat je er wol achter hoeft te bevestigen – zijn in kaders geplaatst, net als anders. Rondom zijn de doeken in de fabrieken voorzien van een harpoen, waarna ze met warmte zijn gestretcht en ingespannen. Die elastieken hebben hierbij dus geen enkele technische functie, alleen een esthetische.”

Puzzelwerk

Door het hele gebouw heeft Barri & More 165 kaders met akoestische panelen aangebracht. Bakermans: “In een groot aantal van die panelen hebben we bovendien zaken als brandhaspels en vuilnisbakken verwerkt, zonder dat dit ten koste ging van de akoestische waarden. Bij de liften hangen borden met daarop signing. Deze borden zijn magnetisch op staalplaat bevestigd en dus gemakkelijk te verwijderen en te vervangen door andere signing zonder dat de akoestische waarden van het paneel omlaag gaan.”
De montage van de akoestische panelen was volgens Bakermans een heus puzzelwerk. “Je hebt hier in het gebouw negen verdiepingen waarbij sommige verdiepingen over meerdere etages doorlopen in verband met de grote skeletten van de dino’s. Het was een grote logistieke opgave om de juiste doeken in de juiste kaders op de juiste verdieping te monteren.”

Bouwpartners:

Opdrachtgever: Naturalis, Leiden
Architect: Neutelings Riedijk Architecten, Rotterdam
Aannemer: J.P. van Eesteren, Gouda
Akoestische panelen en doeken: Barrisol, Kembs (Frankrijk)
Montage: Barri & More, Amsterdam