Hibin-leden: stikstof en PFAS remmen de groei

‹ Terug naar overzicht
Geplaatst op:
De omzetgroei in de bouwmaterialengroothandel valt in 2020 terug naar 0,5 procent. Acht op de tien bedrijven verwachten negatieve effecten op de omzetontwikkeling als gevolg van de stikstof- en PFAS-problematiek. In 2019 kwam de omzetstijging nog uit op een gemiddelde van 7,3 procent. De verwachte groeivertraging vertaalt zich ook meteen naar de arbeidsmarktontwikkeling. Twee derde van de respondenten verwacht stabilisering van het personeelsbestand. In 2019 groeide de werkgelegenheid nog met 3 procent. Dit blijkt uit de achttiende Conjunctuurmeting van Koninklijke Hibin onder ondernemers in de bouwmaterialengroothandel, uitgevoerd door Buildsight.

In 2019 ondervond 42 procent van de bedrijven nog geen effecten van de PFAS- en stikstofproblematiek. De verwachtingen voor 2020 zijn somberder. Minder dan 20 procent van de bedrijven verwacht geen effect. Er is sprake van zowel uitstel als afstel van orders. 3 procent van de respondenten verwacht faillissementen bij afnemers.

Groei werkgelegenheid stagneert

32 procent van de ondernemers verwacht in 2020 nog een lichte groei van het aantal medewerkers. Zes op de tien verwachten stabilisatie en 11 procent gaat uit van een lichte afname. Naar verwachting neemt het personeelsbestand bij Hibin-leden met 0,6 procent toe (verwachting najaar 2019: +3 procent). De helft van de respondenten verwacht problemen bij het invullen van vacatures. Gebrek aan belangstelling voor de sector wordt daarbij als voornaamste reden genoemd.

Toename consumentenverkopen

De verhouding tussen omzet ten behoeve van nieuwbouw (46 procent) en renovatie/onderhoud (54 procent) is nagenoeg gelijk aan die in eerdere metingen. Woningbouw, inclusief keukens en sanitair, zal in 2020 naar verwachting verantwoordelijk zijn voor 74 procent van de omzet. Het omzetdeel utiliteitsbouw zal naar verwachting dalen van 14 procent naar 12 procent. Opmerkelijk is de verwachte groei van het aandeel consumentenverkopen naar 29 procent (was 21 procent in 2019). Van de 71 procent professionele verkopen blijft de verhouding tussen aannemers (57 procent) en zzp’ers/klusbedrijven (43 procent) gelijk.

Fysieke locatie op één

De fysieke locatie blijkt nog steeds het belangrijkste verkoopkanaal. Verkoop uit voorraad of ter plaatse bestellen is goed voor 52 procent van de omzet (najaar 2019: 54 procent). E-mail is goed voor 21 procent en 19 procent van de aankopen wordt telefonisch gedaan. Het percentage directe internetverkopen is met 3,4 procent nagenoeg stabiel ten opzichte van 2019.
De verhoudingen tussen de verschillende verkoopkanalen zien we net als in 2019 weerspiegeld in de bedreigingen die ondernemers zien. Van de Hibin-leden ziet 6 procent webwinkels en online aanbieders als een bedreiging. Bedreigender vindt men (33 procent van de respondenten) meer directe leveringen door fabrikanten (inclusief prefabricage). De opkomst van nieuwe retailbedrijven wordt door 18 procent genoemd (in het voorjaar 2019 nog 38 procent). Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt worden door een op de acht bedrijven als bedreiging genoemd. Klantgericht werken (67 procent), meer deskundigheid (48 procent) en logistiek en voorraadbeheer (36 procent) zijn de voornaamste kansen die ondernemers in de huidige markt zien. Waar in 2019 32 procent groei van de markt nog als kans noemde, is dat percentage dit voorjaar gedaald naar 9 procent. De grootste uitdagingen zien de Hibin-leden in ICT (40 procent), prefab (34 procent), logistiek (34 procent) en duurzaamheid (25 procent).