Bouwvertraging zou op korte termijn al kunnen optreden als veel bouwpersoneel besmet raakt of zich uit angst voor besmetting terugtrekt uit het bouwproces. Dat er zoveel bouwpersoneel werkzaam is op basis van flexibele contracten is nu een nadeel. Op de langere termijn zou de bouw last kunnen krijgen van een daling van het vertrouwen in de economie, waardoor de particuliere bestedingen afnemen en bouwplannen worden uitgesteld. Buildsight laat ook weten dat de gevolgen van de stikstof- en PFAS-problematiek nog even doorwerken in de bouwsector, maar dat het herstel eerder komt dan verwacht.
Groei van de wereldeconomie
De uitbraak van het coronavirus verstoort de eerdere verwachtingen van groei van de wereldeconomie. Internationale instituten als de OESO gaan er niet langer vanuit dat de wereldeconomie dit jaar aan zal trekken ten opzichte van 2019, maar daarbij achter zal blijven. Sombere scenario’s wijzen zelfs op een halvering van de mondiale groei. Voor de Nederlandse economie voorziet het Centraal Planbureau (CPB) vooralsnog een groei van 1,4 procent. Dat is een verdere afzwakking in vergelijking met de groei van vorig jaar. De afname van de groei van de Nederlandse economie is vooral het gevolg van het inzakken van de groei van de investeringen. Daarbij spelen de PFAS- en stikstofproblemen een niet onbelangrijke rol naast de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt en de onderuitputting van overheidsbudgetten. Eventuele effecten van een verdere verspreiding van het coronavirus zouden daar nog bovenop komen. Voor de wat langere termijn noemt Buildsight de vooruitzichten voor de bouwsector ‘goed’. Het herstel zet eerder in dan verwacht. Buildsight-directeur Michel Van Eekert: “Omdat het dieptepunt in de vergunningverlening als gevolg van stikstof en PFAS minder diep én eerder bereikt lijkt te zijn dan eerder verwacht, zal de woningbouwproductie ook minder ver inzakken. En iets eerder op kunnen veren. De productie van 61.000 woningen in 2020 lijkt haalbaar en dat is meer dan we eind 2019 nog dachten. Al in 2021 verwachten we weer een lichte groei van de woningbouwproductie.”